Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Niemand is [zo] [1]koen, dat hij [2]hem opwekken zou; [3]wie is dan hij, die zich voor Mijn aangezicht stellen zou? 1. Hebreeuws, wreed, fel, gruwzaam. 2. Den leviathan. Zie van dien boven, hfdst.40 vs.20. 3. Zo de mensen het gezicht van zulk een beest niet verdragen kunnen, hoe zullen zij mijn majesteit verdragen om tegen mij te twisten.